Voorwaarden voor het stallen in onze stalling.
Artikel 1
Tenzij anders is overeengekomen wordt deze overeenkomst aangegaan voor een periode van één jaar, van 1 september tot en met 31 augustus van het volgende jaar. Indien op een ander moment de stalling wordt aangevangen en deze overeenkomst wordt ondertekend, wordt voor de resterende maanden tot 1 september een overbruggingsprijs berekend.
Opzegging dient plaats te vinden tenminste één maand voor afloop van de overeenkomst.
Behoudens opzegging wordt de overeenkomst telkens stilzwijgend verlengd met een periode van één jaar.
Artikel 2
De verhuurder is gehouden op de stalling een behoorlijk toezicht te houden.
Artikel 3
De verhuurder behoudt zich het recht voor om op zijn kosten afneembare delen van de te stallen zaken te demonteren en weer aan te brengen, indien zulks naar zijn oordeel noodzakelijk is om de zaak in stalling te brengen.
Artikel 4
Indien door toedoen van de huurder of door zijn nalatigheid gevaar voor schade dreigt of anders de veiligheid in gevaar zou kunnen worden gebracht, is de verhuurder gemachtigd om op kosten van de huurder de naar zijn oordeel noodzakelijke voorzieningen te treffen; in spoedeisende gevallen zelfs zonder nadere waarschuwing en in alle andere gevallen, indien de huurder aan de gegeven waarschuwing binnen redelijke termijn geen gehoor geeft.
Artikel 5
De totale huursom is bij vooruitbetaling verschuldigd, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen. Indien huurder desondanks niet betaalt, is de verhuurder gerechtigd de totale huursom te verhogen met een rente van 1,5% per maand.
De huurder blijft de overeengekomen huursom verschuldigd, indien hij van het gehuurde geen gebruik maakt.
Artikel 6
Indien verhuurder de voorwaarden, waaronder de huurprijs, wil wijzigen, is deze gehouden een maand voorafgaand aan het eindigen van de huurovereenkomst, de huurder hier van op de hoogte te stellen. Indien huurder hier niet voor het eind van de looptijd van de huurovereenkomst tegen opkomt, wordt hij geacht instemming te hebben verleend.
Artikel 7
Indien na opzegging huurder nalatig blijkt om het van hem gestalde te verwijderen, zal deze overeenkomst worden geacht onder dezelfde voorwaarden te zijn verlengd, dan wel heeft de verhuurder het recht om die maatregelen te nemen, die noodzakelijk zijn tot bet verplaatsen van de desbetreffende gestalde zaak, een en ander op kosten van de huurder, onverminderd de verschuldigde huursom
Artikel 8
Zowel huurder als verhuurder zijn verplicht zich wegens wettelijke aansprakelijkheid uit schaden te verzekeren.
Verhuurder sluit elke aansprakelijkheid voor schade met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade uit door of in verband met:
– zelfwerkzaamheid door of namens de huurder verricht, al dan niet met toe stemming van de verhuurder;
– roken in de stallingruimte;
– de aanwezigheid van gasflessen in de gestalde caravans, pleziervaartuigen, trailers en kampeerauto’s, alsmede in de stallingruimte;
– niet losgemaakte klemmen van accu’s.
Alleen de verhuurder, of iemand die voor rekening en in opdracht van verhuurder handelt, mag de gestalde zaak verplaatsen/stallen.
Artikel 9
Alle vorderingen van verhuurder zijn terstond van huurder opeisbaar, zonder dat enige verdere sommatie noodzakelijk is, zodra de desbetreffende gestalde zaak en/of toebehoren door de rechthebbende is verkocht.
Artikel 10
Indien de verhuurder desverzocht zijn bemiddeling verleent bij de verkoop van de gestalde zaak en/of toe behoren van de huurder, dienen partijen zulks vooraf overeen te komen. Indien bij de verkoop verhuurder geen bemiddeling verleent, zal de huurder aan de verhuurder een nader overeen te komen vergoeding zijn verschuldigd, wegens de overlast, die onder andere het bezichtigen door gegadigden voor de aankoop voor de verhuurder met zich brengt.